In 2016 had ik het geluk om met mijn vriendin naar Fuerteventura af te reizen. Een werkelijk waar fantastisch eiland! Op Schiphol, zeker tijdens de vlucht, hadden we al direct door dat dit eiland geliefd was bij surfers. Zo spraken wij drie jongens die voor de vijfde keer gingen surfen in Corralejo en zij gaven ons ook de tip om deze plaats te gaan bezoeken.

Eenmaal op het eiland hadden we direct door waarom Fuerteventura zo populair was; het klimaat, de mooie stranden en het verfrissende windje. Zelf zaten wij in de baai van Calete del Fuste, maar zijn expres een dag afgereisd naar het zuiden en het noorden.

Het noorden (Corralejo).

Na een klein half uurtje rijden, reden we door de ‘desert’; het Parque National Corralejo. Een enorm uitgestrekt gebied met alleen maar woestijnzand. Zeer zeker de moeite waard om hier een middag te zijn. Het stadje zelf is erg gezellig en kent meerdere restaurantjes, barretjes en winkels. De sfeer die er hangt is enorm chill.

Het zuiden (Jandia)

Daarna door naar het zuiden, waar we veel hadden gehoord over Playa de la Barca en Jandia. De weg langs de kustlijn is een mooie trip waarbij je veel surfers ‘on the road’ ziet. We kwamen aan in Playa de la Barca en we schrokken ons wezenloos; wat een wind! Windsurfen en kitesurfen staan hier voorop en de wind is sterker dan aan de omliggende kust. We zijn hier uiteindelijk een kwartier geweest omdat we gewoonweg werden gezandstraald.

Jandia, Moro Jable, lijkt met zijn strand en het transparante water veel op Ibiza. Om te surfen ben je hier niet aan het goede adres, maar het is zeker de moeite waard als uitstapje.

Al met al hebben wij tijdens deze vakantie gemerkt dat Fuerteventura voor iedere vakantieganger veel te bieden heeft. Voor surfers is het een walhalla – met name Corralejo. Ik zou het een ieder dan ook van harte aanraden.

Cheers,

Jarno